Slechts één bakje: zuigspinnen met een speciale truc
Wanneer dunne platen uit een stapel worden getild, is het alsof ze aan elkaar kleven. Om dit te voorkomen, maakt Remmert bij zijn laserautomatisering gebruik van verschillende technieken.
De LaserFLEX laadeenheid voor dunne platen heeft een zuigmatrix die speciaal geoptimaliseerd is voor platen van minder dan 1 mm dik.
LaserFLEX automatiseert het laden van lasersnijmachines.
"Het is als een stapel printerpapier. Als je maar één vel van de stapel wilt pakken, moet je eerst een hoek optillen, het liefst met veel handigheid. En toch komt soms het tweede vel nog langs", beschrijft Fabian Gries, Product Manager bij opslag- en automatiseringsspecialist Remmert, de uitdagingen.
Dit probleem is ook bekend op het gebied van plaatbewerking. "Het lijkt alsof de platen aan elkaar plakken," zegt Gries. Dit is echter geen "plakken" in de chemische betekenis, maar eerder een combinatie van verschillende fysieke effecten die samen de indruk van hechting wekken. "Hoe dunner en lichter de platen zijn, hoe sterker deze effecten kunnen zijn."
Technologieën voor het scheiden van plaatwerk
Remmert biedt oplossingen voor de automatisering van lasersnijmachines. Hiervoor worden platen vanuit een magazijn overgebracht naar een automatiseringslijn. Een afneemeenheid pakt een plaat op met vacuümzuignappen en plaatst deze op de pendeltafel - allemaal automatisch. "Als een tweede plaat wordt opgepakt en er tijdens het transport af valt, kan dit bij handmatig bediende zuigspinnen tot ernstig letsel leiden. Bij geautomatiseerde oplossingen kan dit nog steeds schade aan de machine veroorzaken. Als het volgende vel op de stapel glijdt, kan het in het beste geval niet automatisch worden opgepakt. Het is nog erger als het zo scheef zit dat het vastloopt wanneer het terug in het plaatmagazijn wordt geplaatst. In beide gevallen treedt materiaalschade op en komt het proces tot stilstand," verklaart Gries het probleem.
Om dit te voorkomen is het LaserFLEX automatiseringssysteem van Remmert uitgerust met een aantal mechanismen. "De vacuümcups voor het vasthouden van de platen worden achter elkaar geactiveerd, waardoor er een lichte golfbeweging in de plaat ontstaat. Tegelijkertijd blazen we lucht tussen de platen om de onderdruk tijdens het heffen gelijk te maken. Voor stalen platen raden we ook aan om een uitzetmagneet te gebruiken om de platen uit te waaieren. Tot slot pakt een tangachtig meetapparaat de plaat vast en vergelijkt de werkelijke plaatdikte met de doelwaarde."
Speciaal apparaat voor dunne platen
Dunne of dunne platen met een dikte van minder dan 3 mm hebben bijzonder veel last van deze effecten, zegt Fabian Gries. "Dunne platen worden vaak vanaf de rol verwerkt. Toch hebben we klanten, bijvoorbeeld in de verwarmings- en airconditioningtechnologiesector, die gestapelde dunne platen van minder dan 1 mm dik gebruiken." Met de beproefde automatisering, zoals gebruikt voor platen in het bereik van 1 mm tot maximaal 25,4 mm, waren er ondanks de apparaten problemen met het scheiden. "Enerzijds hebben we de zuigmatrix aangepast zodat de vacuümzuignappen die gebruikt worden voor dikkere platen het dunne materiaal niet vervormen. Anderzijds hebben we een speciaal apparaat ontwikkeld dat in eerste instantie slechts één hoek van het vel optilt. Het principe lijkt erg op het vel papier dat ik noemde, maar dan beter."